Aldtsjerk, Pauluskerk
|
| Kerk |
|
Het dorp Aldtsjerk, in de 12e eeuw Aldekerke geheten, ontleent haar naam aan de “oude kerk” die hier in de Middeleeuwen werd gebouwd.
De kerk is gewijd aan St. Paulus, één van de vroege leiders van de christelijke kerk. Het dateert uit de 12e eeuw en is op een zandrug gebouwd.
De toren is in het begin van de 13e eeuw gebouwd met kloostermoppen en tufsteen. Deze was vroeger kleiner en slanker, maar werd in 1721 ommanteld
en 20 cm. verhoogd. Ten zuiden van de toren heeft men bij de restauratie in 1977 een vrij zeldzaam tufstenen grafkeldertje gevonden, waarschijnlijk
uit de 12e eeuw, met stoffelijke resten van een man en een vrouw. Binnen in de toren hangen twee klokken, gegoten in 1611 en 1671, respectievelijk
door Gregrorius van Halle en Petrus Overney. In de noordmuur staat een jonge ingangspartij tussen pilasters en onder een fronton
met daarboven een rondbogvenster. Aan de oost kant van de kerk bevindt zich een rond geboogde ingang van tufsteen die met rode baksteen is
dichtgemetseld. De westelijke topgevel is in de 18de of 19de eeuw vernieuwd. ln latere jaren zijn de muren beklampt met kleine baksteen. ln de
19e eeuw werd de kerk bepleisterd en voorzien grote ramen.
Het interieur stamt uit de 17e en 18e eeuw. De preekstoel stamt bijvoorbeeld uit 1650 met prachtig snijwerk uit de Vlaamse renaissance. ln de dooptuin bevindt zich een grote zerk van zachtrose steen, gevonden bij de restauratie in het koor. Mogelijk is deze van een priester. Tgen de noordmuur staan twee herenbanken uit 1630 en 1700. Laatsgenoemde is gemaakt voor de familie van Sminiae en wordt beschouwd als een van de mooiste banken in Friesland. ln de wand aan de noordzijde bevindt zich een klein nisje. Een breed middenpad scheidt de banken voor het kerkvolk. De banken voor de vrouwen, dwarsstaand op de muur, zijn aan de rugzijde open voor de rokken. Aan de noordzijde in de lengte langs de muur de gesloten banken voor de mannen, met lezenaar voor bijbel en psalmboek, "want zij konden lezen". ln het middenpad bevinden zich grafzerken van leden van de families Heemstra en Van Sminia. Onder de preekstoel bevindt zich de graf kelder voor de Van Sminia's, in 1820 vond de laatste bijzetting plaats. Bij de aanleg van het diepriool in 1972 zijn aan de noordkant van de kerk resten van funderingen gevonden die er op wijzen dat er vroeger een tunnel van de kerk naar de pastorie naast de kerk moet zijn geweest. |
| Orgel |
| 1645 |
| Harmen Jansz. bouwt een orgel voor de kerk van Aldtsjerk, i.s.m. Gijsbert Harmensz. Havinck, organist van de Jacobijnerkerk te Leeuwarden. In een rekening uit 1647 wordt Harmen Jansz. de schoolmeester tot Wanswerd genoemd. Het orgel bezit 8 stemmen. |
| 15 februari 1882 |
|
Bestek en Voorwaarden voor de bouw van een nieuw orgel worden getekend door de orgelmakers Bakker & Timmenga en de
kerkvoogden Hellinga, Sevenster en Straatsma. Voor een bedrag van ƒ 3000,- nemen de orgelmakers aan een nieuw instrument te
leveren, bestaande uit 2 klavieren en aangehangen pedaal. Het oude orgel zou worden ingenomen. Willen de kerkvoogden echter
het oude orgel zelf verkopen dan moet nog ƒ 200,- extra voor het schilderwerk van de kas worden betaald. De kas zal worden
vervaardigd van best droog vurenhout en het snijwerk cq ornamentwerk van fijn grenenhout. Volgens het bestek worden de
frontpijpen gemaakt van Engels tin, vermengd met 13% lood. Het binnenpijpwerk wordt gemaakt 66% lood en 33% tin. De grootste pijpen van Bourdon 16', Roerfluit 8' en Holpijp 8' moeten van eikenhout worden gemaakt. Het oude instrument wordt door Bakker & Timmenga ingenomen en herplaatst in Nieuw Loosdrecht waar het niet meer aanwezig is. Enkele delen van het snijwerk bleven bewaard evenals een hoeveelheid pijpwerk. |
| Zondag 17 juni 1883 |
| Het nieuwe orgel wordt in gebruik genomen met een bespeling door organist C. Koster uit Leeuwarden. Het orgel verkeert nog geheel in originele staat. |
| 2002 |
|
Het orgel wordt gerestaureerd door de orgelmakers Bakker & Timmenga: - De blaasbalg is in een aparte balgkast achter het orgel geplaatst. - De orgelkas is opnieuw geschilderd. - De frontpijpen zijn gepoetst. Het orgel is op zaterdag 13 april weer in gebruik genomen. . |
| Dispositie |
| Hoofdmanuaal, C - f''' | Bovenmanuaal, C - f''' | ||||||
|
Bourdon Prestant Holpijp Octaaf Roerfluit Quint Octaaf Cornet D Basson B Trompet D |
16' 8' 8' 4' 4' 3' 2' 3 st. 8' 8' |
Roerfluit Salicionaal Viola di Gamba Salicet Flûte Harmonique Woudfluit |
8' 8' 8' 4' 4' 2' |
||||
| Pedaal, C - d' | Werktuigelijke registers | ||||||
| Aangehangen |
Manuaalkoppel Tremulant op BW 2 afsluiters Ventiel |
||||||
| Geschiedenis over kerk en orgel |
| Verteller | : | Jan Jongepier (1941-2011) |
| Duur | : | 9 minuten en 16 seconden |
| Bron | : | Radio opname Omrop Fryslân uit 2002 |
| Improvisatie |
| Organist | : | Jan Jongepier |
| Duur | : | 10 minuten en 26 seconden |
| Bron | : | Radio opname Omrop Fryslân uit 2002 |